De voet bestaat uit 26 afzonderlijke botjes
De voet van het menselijk lichaam bestaat uit een complexe structuur met een belangrijke functie. Het stelt de mens namelijk in staat om te staan, te lopen, te rennen en te springen. In de voet bevinden zich 26 afzonderlijke botjes die met elkaar verschillende gewrichten vormen (zie figuur).
Door de vele stevige bindweefselstructuren (zogenaamde ligamenten) worden de botjes bij elkaar gehouden. Spieren en pezen die aanhechten op bepaalde botjes zorgen ervoor dat de voet kan bewegen. Deze onderlinge relatie is complex en ingewikkeld.
Het enkelgewricht (zogenaamd bovenste spronggewricht), bestaat uit drie botdelen, te weten kuitbeen, scheenbeen en sprongbeen. Elk botdeel is bekleed met een laag kraakbeen dat zorgt voor het soepel bewegen van het gewricht. Om de enkel ligt een gewrichtskapsel. Buiten dit kapsel heeft de enkel gewrichtsbanden en pezen, die voor stabiliteit van de enkel zorgen.
De voet wordt verdeeld in drie gebieden:
1. De voorvoet; bestaat uit vijf middenvoetsbeentjes en alle teenkootjes.
2. De middenvoet; bestaat uit vijf voetwortelbeentjes zoals het scheepvormig beentje.
3. De achtervoet; bestaat uit het sprongbeen en het hielbeen. Het sprongbeen is verbonden met het scheenbeen en kuitbeen middels het enkelgewricht.
Bron: deels gebaseerd op tekst Leeboek Orthopedie
Nieuwsgierig naar andere weetjes en feiten? (Lees meer)